Mensen met coronaklachten laten zich niet snel testen, zeggen RIVM en GGD's
De bereidheid van mensen met corona-klachten om zich te laten testen is niet zo groot. Uit onderzoek van het RIVM en de GGD's blijkt, dat maar 12 procent van de groep met klachten zich heeft gemeld voor een test.
Dat lage percentage komt deels doordat mensen zeggen dat de klachten hen bekend voorkomen. Vier op de tien denken dat ze last hebben van astma, hooikoorts of een gewone verkoudheid. Als iemand de klachten duidelijk als hooikoorts of een rokershoestje herkent, is testen volgens het RIVM ook niet nodig. Maar het instituut waarschuwt wel dat corona-klachten over het algemeen niet te onderscheiden zijn van een gewone verkoudheid.
Een meerderheid van de 50.000 ondervraagden steunt het Nederlandse beleid om thuis te blijven en je te laten testen bij corona-gerelateerde klachten. Maar als puntje bij paaltje komt, blijkt het voor mensen in de praktijk lastig om zich daaraan te houden. Zo gaat 80 procent ondanks klachten boodschappen doen, 40 procent blijft niet thuis van het werk. Dat is zorgelijk, vindt het RIVM, met name omdat het aantal besmettingen langzaam iets lijkt toe te nemen. "Het is cruciaal voor de bestrijding van de uitbraak dat mensen met klachten thuisblijven."
De ondervraagden die zich wel hebben laten testen, doen dat omdat ze zekerheid willen, andere mensen willen beschermen of zodat ze weer aan het werk kunnen. Sinds 1 juni kan iedereen zich op het corona-virus laten testen bij een van de 80 testlocaties van de GGD. Er zijn 30.000 tests per dag beschikbaar, maar ruim de helft daarvan wordt niet gebruikt. Ook zijn er minder bron- en contactonderzoeken dan de GGD's eerder hadden gedacht.