De Raad van State buigt zich vandaag over het afschieten van edelherten in de Oostvaardersplassen. Vorig jaar zette de rechtbank in Lelystad een streep door het afschotbeleid van de provincie Flevoland. Het jagen op de dieren kwam stil te liggen. Maar de provincie ging in hoger beroep en nu is het aan de Raad van State om een oordeel te vellen. Dit oordeel gaat over afschot in het verleden, maar zeer waarschijnlijk zal het ook gevolgen hebben voor het afschieten van grote grazers in de toekomst.

De provincie wil het aantal edelherten in het natuurgebied drastisch naar beneden brengen tot er een kleine 500 overblijven. Dat zou beter zijn voor het gebied en voor het dierenwelzijn. De provincie baseert haar beleid op het rapport van de commissie Van Geel. Deze oud-politicus stelde in 2018 een rapport op over het beheer van de Oostvaardersplassen. Aanbevolen werd om het aantal grote grazers te verlagen, onder meer door afschot van edelherten.  

Vorig jaar werden er bijna 1800 herten doodgeschoten. Maar tegenstanders van het afschot stapten naar de rechter en werden in november in het gelijk gesteld. Volgens de rechtbank is het rapport van Van Geel namelijk een beleidsmatig stuk en heeft het geen ecologische onderbouwing. De provincie had het rapport daarom niet mogen gebruiken als motivatie om de edelherten af te schieten.  

Omdat de provincie in 2020 het doden van edelherten wil hervatten, en zich daarbij opnieuw baseert op het rapport Van Geel, is het oordeel van de Raad van State nu erg belangrijk. Het provinciebestuur wil van de hogere rechter weten of het rapport zwaarwegend genoeg is om daarop het toekomstig beheer van de Oostvaardersplassen te baseren en dieren af te schieten. De Raad van State doet op zijn vroegst over zes weken uitspraak.