Huren gemiddeld met 3 procent gestegen
In juli 2022 waren de woninghuren gemiddeld 3,0 procent hoger dan een jaar eerder. Dit is de sterkste huurstijging na 2014. De huren van sociale huurwoningen stegen in 2022 gemiddeld met 2,6 procent, voor vrijesectorwoningen was de stijging 3,8 procent. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
Het huurbeleid is per 1 juli 2022 aangepast: in tegenstelling tot 2021 mogen de huren voor gereguleerde huurwoningen verhoogd worden. Deze huren mogen met een vast bedrag verhoogd worden: maximaal 50 euro voor middeninkomens en maximaal 100 euro voor hoge inkomens. Huren onder 300 euro mogen met 25 euro verhoogd worden, ongeacht het huishoudensinkomen van de huurder. Voor alle overige inkomens geldt dat de huur met maximaal 2,3 procent mag worden verhoogd.
Voor vrijesectorwoningen is de huurverhoging in 2022 begrensd tot de gemiddelde inflatie van december 2020 tot en met november 2021, plus 1 procentpunt. Dit betekent dat deze huren voor zittende bewoners met maximaal 3,3 procent verhoogd mogen worden.
Sterkere huurstijging bij overige verhuurders
Ruim 32 procent van de huurwoningen is niet in bezit van sociale verhuurders, maar van overige verhuurders. Gemiddeld stegen de huren van sociale huurwoningen in 2022 bij deze overige verhuurders met 2,8 procent, de gemiddelde huurstijging bij de corporaties voor sociale huurwoningen was 2,6 procent.
De huren van vrijesectorwoningen stegen in 2022 gemiddeld met 3,8 procent. In 2021 lag deze stijging nog op 2,2 procent. Deze woningen kunnen ook in het bezit zijn van zowel corporaties als overige sociale verhuurders. De huurprijs bij ingang van het huurcontract is van belang om te bepalen of een huurwoning een vrijesectorwoning is. Ligt de netto-huurprijs bij het ingaan van dit contract boven de zogeheten liberalisatiegrens, dan wordt deze als vrijesectorwoning beschouwd. In 2022 lag deze grens op 763,47 euro netto-huur.