Flevoland is een provincie waar veel landbouw voorkomt daarom is het belangrijk voor veel Flevolanders. Het CDA en de SP vertellen bij Omroep Flevoland hoe zij denken over de toekomst van de landbouw.

Volgens Frank Futselaar van de SP is het onvermijdelijk dat woningbouw ten koste gaat van landbouwgrond: "Er is voor niemand onbeperkte ruimte in de landbouwsector. Er is in alle opzichten ruimtetekort in Nederland. Er gaat bijgebouwd moeten worden en dit zal ten koste gaan van landbouwgrond."

Van de natuur kan niet veel af, en in de steden kunnen ook beperkt woningen gebouwd worden. De grond moet ergens vandaan komen volgens Futselaar. Wel denkt hij dat het geen pijnlijk proces hoeft te worden: "We weten dat er de komende jaren heel wat boeren met pensioen gaan die geen opvolger hebben. Als je het goed regelt, dan kan er met grondruil best nog heel veel."

Cees de Jong van het CDA vindt wel dat er ruimte moet zijn voor innovatie in de landbouwsector: "De maximale ruimte geven om jezelf opnieuw uit te vinden in het innovatieve spoor, dat gaat voor." De Jong stelt voor om akkerbouw te combineren met veehouderij, zodat je de ruimte aan elkaar koppelt en deze maximaal benut.

Flevoland is echt een landbouwprovincie, maar dreigt landbouwgrond te moeten inleveren aan woningbouw zegt LTO Noord. "Net als in de rest van Nederland. De komende jaren moeten er huizen worden bijgebouwd en veel steden zijn al vol", zegt Arnold Michielsen. Hij is is boer en bestuurder van LTO Noord afdeling Flevoland en denkt een oplossing te hebben. "We moeten er een stukje land bij pakken, inpolderen." De LTO denkt aan een stuk land aanleggen in de Noordzee.

Volgens Michielsen is zoiets echt nodig, anders komt de landbouw in de problemen. "Duizenden hectare aan landbouwgrond gaan verloren aan woningbouw, terwijl we die grond nodig hebben om te investeren en innoveren", aldus Michielsen. Hij hoopt dat de politiek eerst kijkt naar wat er in verstedelijkt gebied allemaal mogelijk is en dat er zuinig met landbouwgrond wordt omgegaan.

Flevoland heeft volgens Michielsen een voorbeeldfunctie als het gaat om de ontwikkeling van de agrarische sector en "daarom moeten we ook voldoende ruimte houden".