De randmeren rond Flevoland hebben een grote herinrichting nodig. Dit omdat ze dichtgroeien met waterplanten en maaien niet meer voldoende helpt. Dat zegt voorzitter Egge Jan de Jonge van Gastvrije Randmeren. Daarin zijn zestien gemeenten en vier provincies vertegenwoordigd die grenzen aan de randmeren.

De Jonge, die in het dagelijks leven wethouder in Zeewolde is, stuurde een brief aan de Tweede Kamer. De organisatie Gastvrije Randmeren vraagt 120 miljoen euro van het Rijk om de problemen snel en goed op te lossen.

"We dachten dat we het met maaien onder controle konden houden. Maar dat maaien is de korte termijn en dat is niet de oplossing. Zeker omdat er in het verleden al een project is geweest dat niet de situatie heeft opgeleverd die we eigenlijk willen." Daarnaast blijkt ook uit onderzoek dat de waterkwaliteit in gevaar is. Volgens de Jonge kan alleen een stabiele situatie door herinrichting worden bereikt.

Met het gevraagde geld kunnen veel maatregelen genomen worden. "We hopen dan de vaargeulen te kunnen verbreden, want we willen een breder bevaarbaar gebied, van 150 meter. Maar we denken ook aan meer natte vooroevers. Dat is een hele grote herinrichting van dit gebied, waar keihard geld voor nodig is."

Hoe het geld verdeeld wordt, mocht het er komen, is nog niet duidelijk. Een deel is bedoeld om veel meer en grootschaliger te maaien en om de algengroei te bestrijden. Dat zal tussen de 50 en 70 miljoen euro kosten. Een ander deel is voor het uitdiepen van de vaargeulen, dat gaat zo'n 67 miljoen euro kosten.

Veel van de voorgestelde maatregelen komen voort uit een onderzoek dat is gedaan door professor Verdonschot van de Wageningen Universiteit. De Jonge zegt daarover: "Hij heeft daarin ook aangegeven dat deze meren die we hier hebben liggen op een niet natuurlijke manier zijn ontstaan. We hebben er in één keer hard land voor gelegd. Daardoor hebben we hele stukken ondiep water en dan ineens een diepe vaargeul. Dat is voor natuur en recreatie ongunstig."