Busvervoerder Keolis zal moeten bewijzen dat zij heeft geleerd van de fraude rond de aanbesteding van het vervoerscontract. Het bedrijf zal moeten laten zien dat een herstelplan vruchten afwerpt voordat het bedrijf weer in beeld is als betrouwbare partij om voor lange termijn zaken mee te doen. Dat zegt de Flevolandse gedeputeerde Jan de Reus.

Dinsdag besloten Flevoland, Overijssel en Gelderland om het tienjarige vervoerscontract met Keolis definitief niet te laten doorgaan, omdat het bedrijf geheime afspraken heeft gemaakt met busfabrikanten. De Reus kwalificeert dat opnieuw als 'vals spel'. 

De provincies willen Keolis de kans geven om zich te bewijzen, maar dat kost tijd. Het bedrijf zegt dat veranderingen pas volgend jaar zomer zullen zijn doorgevoerd. "Wij gaan niet voorschrijven hoe zij integer moeten zijn. Wij verwachten dat zij dat nu al zijn", aldus De Reus. 

De provincies gaan niet wachten tot Keolis in juni de zaken op orde heeft. Daarom wordt de aanbesteding voor een nieuw vervoerscontract vanaf januari 2023 nog voor het einde van dit jaar voorbereid. 

De Reus begrijpt dat het vreemd overkomt dat Keolis vanaf december het streekvervoer in de drie provincies via een noodconcessie dan toch mag blijven uitvoeren. "We hebben aan aantal vervoerders gevraagd of zij bereid zijn om de concessie uit te voeren, maar Transdev stelde heel veel voorwaarden en het aanbod van EBS was veel slechter. Vandaar dat we bij een noodconcessie zijn uitgekomen met Keolis." 

Als de onderhandelingen slagen, gaat Keolis vanaf december twee jaar lang rijden volgens een nieuwe dienstregeling of als dat niet kan, via de bestaande. Volgens De Reus is daarmee het busvervoer gegarandeerd. 

Het is nog niet duidelijk wie vanaf september 2021 het stadsvervoer in Lelystad gaat verzorgen. "Daar gaan we nog een besluit over nemen. Er zijn twee mogelijkheden: of we laten de noodconcessie ook door Keolis doen conform de aanbesteding, of we gaan met de huidige vervoerder Arriva door om langer te blijven rijden."