Tijdens de huidige lockdown wordt er meer gebruik gemaakt van de noodopvang voor basisscholen dan bij de eerste lockdown.

Dat blijkt uit een rondgang van Omroep Flevoland onder zes schoolbesturen in de provincie.

Vooral bij Stichting School in Lelystad, waar twintig basisscholen onder vallen, is het verschil groot. Directrice Chantal Gerritsen- Bos: "In maart hadden we 175 kinderen op de noodopvang, op dit moment zijn dat er 500. Dat zijn er dus veel meer."

Volgens de directrice heeft dit onder meer te maken met de regelgeving rondom de noodopvang. Waar bij de eerste lockdown beide ouders een cruciaal beroep moesten hebben, mogen nu kinderen van wie één ouder een cruciaal beroep heeft ook gebruik maken van de noodopvang. Een andere reden voor de toename is dat de onderwijsinstelling deze keer kinderen uit kwetsbare gezinnen actief heeft uitgenodigd om naar de noodopvang te komen. Van de 500 kinderen die er nu op de noodopvang zitten zijn er 100 uitgenodigd.

Ook Stichting Aves in Emmeloord ziet een toename in vergelijking met de vorige periode. Kristiaan Strijker, voorzitter college van bestuur: "Op onze scholen zitten 4650 leerlingen van wie ongeveer tien procent in de noodopvang zit. Vorige keer was dit denk ik de helft minder." Stichting Ante (Zeewolde en Dronten), ASG (Almere) en Rehoboth (Urk) zien ook een toename, maar zijn nog aan het inventariseren om hoeveel kinderen het gaat.

"Ik vind dat er erg veel gevraagd wordt van de leraren"

— Berend Redder, Stichting Codenz