Provincies betalen onderzoek naar investeringsfonds Bruine Vloot
De provincies Flevoland, Friesland en Overijssel willen de kosten op zich nemen voor een onderzoek naar de haalbaarheid van een investeringsfonds voor de Bruine Vloot. Het gaat om 30.000 euro, verdeeld over de drie provincies.
De scheepseigenaren hebben steeds meer moeite om reguliere banken bereid te vinden als financier voor de investeringen die nodig zijn om de schepen varend te houden. Met een eigen investeringsfonds zou dat kunnen worden ondervangen. Het onderzoek moet de haalbaarheid daarvan aantonen.
Sinds de bankencrisis in 2008 zijn de reguliere banken volgens de provincies steeds terughoudender met het verstrekken van financiering voor investeringen in de traditionele schepen. Dat terwijl er juist nu een grote behoefte is om te investeren in het toekomstbestendig maken van de vloot. Zo zijn investeringen nodig om milieumaatregelen te nemen, zoals schonere motoren. Ook vraagt de toeristische markt om vernieuwing, moeten er maatregelen genomen worden in het kader van de coronabestrijding en de anderhalvemetersamenleving. Verder moet er worden geïnvesteerd in onderhoud en levensverlenging van de schepen.
De Bruine Vloot bestaat uit ruim 400 historische zeilschepen die voornamelijk varen op het IJsselmeer, het Markermeer en de Waddenzee. Veel van de schepen halen hun inkomsten uit het organiseren van zeiltrips en -vakanties. Door de coronamaatregelen zag de vloot de omzet in 2020 kelderen, en de vooruitzichten voor 2021 zijn ook niet gunstig. Afgelopen zomer stelde de rijksoverheid 15 miljoen euro beschikbaar als noodhulp om de coronacrisis aan te pakken.