Mensen die AstraZeneca-vaccin krijgen eerder volledig gevaccineerd
Huisartsen mogen de tweede prik met AstraZeneca aan mensen tussen de 60 tot en met 64 jaar sneller geven.
Ook zorgmedewerkers die een eerste prik met AstraZeneca hebben gehad, kunnen eerder een tweede vaccinatie krijgen. Naar verwachting zijn alle vaccins voor de tweede prik eind juni geleverd. Huisartsen, GGD’en, ziekenhuizen en instellingen hoeven namelijk niet meer 12 weken te wachten met het geven van een tweede prik, maar mogen de tijd tussen de eerste en tweede prik inkorten tot minimaal 4 weken. Dit heeft minister Hugo de Jonge (VWS) besloten na een advies van de Gezondheidsraad.
De Gezondheidsraad adviseert om de zogenoemde interval in de bijsluiter van AstraZeneca te volgen. Daarin staat dat de tweede vaccinatie van AstraZeneca kan plaatsvinden tussen de 4 en 12 weken. Er is op basis van de huidige stand van de wetenschap geen medische reden om dat interval maximaal op te rekken, aldus de Gezondheidsraad.
Vanwege de grote schaarste aan vaccins is begin dit jaar een interval aangehouden van 12 weken tussen de eerste en tweede prik. Zo konden zo veel mogelijk mensen zo snel mogelijk een eerste prik krijgen. Nu er steeds meer vaccins worden geleverd, kan de tweede vaccinatie sneller worden gezet.
Er zijn twee groepen mensen die AstraZeneca krijgen: mensen van 60 tot en met 64 jaar, en zorgmedewerkers. Mensen van 60 tot 64 jaar worden geprikt bij de huisarts. Vanaf eind mei worden de eerste huisartsen beleverd met AstraZeneca voor de tweede prik. De laatste huisartsen zullen eind juni worden beleverd tot vier weken eerder dan gepland. Uiteraard blijft dit afhankelijk van het daadwerkelijk binnenkomen van de verwachte leveringen. Hoeveel eerder mensen hun tweede vaccinatie krijgen dan aanvankelijk gedacht, is onder andere afhankelijk van de planning van vaccinatiedagen bij de huisartsen. En omdat huisartsen per provincie zijn beleverd met AstraZeneca-vaccins voor de eerste prik, en de tweede levering ook gefaseerd zal verlopen, zal de daadwerkelijke tijd tussen de twee prikken per huisarts verschillen.
Ook een deel van de zorgmedewerkers is gevaccineerd met AstraZeneca bij de GGD, het ziekenhuis of een instelling. Bij velen van hen is de afspraak voor een tweede vaccinatie al ingepland. Met het besluit van vandaag kunnen GGD-locaties, ziekenhuizen en instellingen eerder dan voorzien de AstraZeneca-vaccins geleverd krijgen voor de tweede vaccinatieronde. De GGD zal de afspraken die zijn gepland vanaf 21 juni naar voren halen, zodat iedereen die via de GGD een AstraZeneca-vaccinatie krijgt uiterlijk op 20 juni een tweede vaccinatie heeft gekregen. Instellingen en ziekenhuizen kunnen nu nagaan wat er mogelijk is in hun planning om de afspraken voor de tweede vaccinatie te vervroegen.
Minister De Jonge: “We kunnen de vaccinatieoperatie weer wat versnellen. Voor de 60-64-jarigen en de zorgmedewerkers is het ontzettend belangrijk dat zij eerder hun tweede AstraZeneca-vaccinatie krijgen. Dit zorgt ervoor dat hun vaccinatie eerder kan worden afgerond en dat is heel mooi."
Begin april werd een zeer zeldzame, maar ernstige bijwerking geconstateerd bij het AstraZeneca-vaccin, namelijk ernstige trombose met een laag aantal bloedplaatjes. Omdat het risico op gezondheidsschade als gevolg van COVID-19 bij 60-plussers vele malen groter is dan het risico op de bijwerking, en de bijwerkingen vooral worden gezien bij mensen onder de 60 jaar, is besloten om mensen ouder dan 60 jaar wel te vaccineren met het AstraZeneca-vaccin. Voor 60-plussers is AstraZeneca een goed en veilig vaccin, aldus de Gezondheidsraad. Mensen jonger dan 60 jaar krijgen een ander vaccin aangeboden.
De Gezondheidsraad heeft daarnaast geadviseerd dat de mensen jonger dan 60 jaar die al een eerste prik van AstraZeneca hebben gekregen, ook een tweede prik van AstraZeneca kunnen krijgen.