Bijna 7 miljoen euro voor aanpak ondermijnende criminaliteit in mainports
De aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit in twee van onze internationaal belangrijke mainports - de Rotterdamse haven en luchthaven Schiphol – wordt dit jaar met bijna 7 miljoen euro extra versterkt. Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid schrijft vandaag aan de Tweede Kamer dat hij dit geld heeft vrijgemaakt voor de impuls.
Onze logistieke knooppunten moeten weerbaarder worden tegen criminelen die met malafide praktijken misbruik maken van onze goede economische infrastructuur. Naast de extra impuls voor de aanpak in de twee mainports wordt gewerkt aan een breder integraal plan voor de versterking van de beveiliging van logistieke knooppunten, waaronder ook andere zee- en luchthavens.
In de Rotterdamse haven is vorig jaar een recordhoeveelheid drugs onderschept. Door het corona-virus is er even minder luchtvaartverkeer op Schiphol, maar we kennen steeds beter de zwakke plekken en risico’s dankzij intensieve samenwerking tussen opsporingsdiensten, Douane, Belastingdienst, lokaal bestuur en bedrijfsleven. De onder- en bovenwereld zien we letterlijk samenkomen op containerterminals en in bagagekelders van onze zee- en luchthavens. Met hulp van binnenuit proberen criminelen drugs te smokkelen. Daarom willen we op deze plekken doorpakken. Door onze mainports weerbaarder te maken tegen malafide praktijken, kunnen we ondermijnende criminaliteit beter terugdringen, aldus minister Grapperhaus.
De belangrijkste internationale goederen- en personenstromen lopen via de haven van Rotterdam en luchthaven Schiphol. Op deze plekken wordt al keihard gewerkt om ondermijning terug te dringen. In overleg met de burgemeesters van Rotterdam en Haarlemmermeer wordt nu een impuls gegeven om de regionale plannen tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit te versterken in de mainports: 5 miljoen euro voor de Rotterdamse haven en 1,9 miljoen euro voor luchthaven Schiphol. Door nu bijna 7 miljoen te investeren, kunnen belangrijke punten uit die regionale plannen verder worden doorgevoerd.
Het gaat onder meer om de aanpak van zogenoemde uithalers van drugs. Criminelen die weten vat te krijgen op logistieke plekken waar goederen worden uit- en overgeladen. Hun activiteiten vormen een belangrijke schakel in de criminele netwerken die illegale drugstransporten uitvoeren en zij krijgen hulp van corrupte medewerkers, die de illegale praktijken van binnenuit mogelijk maken.
De extra gelden worden onder andere geïnvesteerd in slimme technologie, het aanpakken van uithalers van drugs, meer bestuurlijke inzet, betere beveiliging en het vergroten van het toezicht en investeringen op de weerbaarheid van werknemers op (lucht)haventerreinen. Maatregelen worden genomen om oneigenlijk (toegangs)pasgebruik tegen te gaan en de alertheid te vergroten bij personeel op ‘wel erg bijzondere interesse’ in hun werk en op ‘vreemde bewegingen’ op en rond de (lucht)haven. Door de bestuurlijke aanpak te versterken kan ook eerder worden ingegrepen bij zogeheten risicopanden en bedrijfsterreinen die kwetsbaar zijn voor ondermijnende activiteiten.
Het breed offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit van dit kabinet is niet alleen een strafrechtelijke aangelegenheid. Overheidsdiensten, waaronder gemeenten, politie en Openbaar Ministerie (OM), Douane en KMar, werken in Regionale Informatie- en Expertisecentra (RIEC’s) al steeds nauwer samen met het bedrijfsleven om onze economische structuren weerbaarder te maken tegen malafide praktijken. Ook werken de Douane, Belastingdienst, FIOD, KMar/Defensie met de politie en het OM gezamenlijk aan de opbouw van het Multidisciplinair Interventieteam (MIT). Het MIT heeft tot doel het blootleggen, verstoren en oprollen van criminele structuren, illegale bedrijfsprocessen en verdienmodellen die verweven zijn met of misbruik maken van onze legale structuren en economie.
Verder is een integraal plan voor de versterking van de beveiliging van logistieke knooppunten in de maak. Hierbij wordt onder meer gebruik gemaakt van (recente) ondermijningsbeelden. ,,De aanpak van ondermijning in de Rotterdamse haven en luchthaven Schiphol kan niet los worden gezien van wat gebeurt op andere logistieke knooppunten. Een versterkte aanpak op één of enkele locaties mag niet leiden tot waterbedeffecten richting andere knooppunten’’, aldus minister Grapperhaus.